Besijden den Vos Reinaerde

Gepubliceerd op 16 oktober 2019 om 16:37

Wij zijn heel trots en blij dat op 16 november in Almere twee speciaal voor het NSAO gecomponeerde muziekstukken in première gaan.

In dit bericht aandacht voor het werk van Hardy Mertens. Door een geslaagde Crowdfundingsactie en fijne samenwerking met Hardy kon dit gerealiseerd worden.

Hij schreef voor ons Besijden den Vos Reinaerde. Een stuk waarin niet Reinaart maar de andere karakters uit het verhaal van Reinaart de Vos centraal staan. In vier deeltjes zijn te horen:

Cuwaert de haas
Tybeert de kater
Vuilemaerte de meid
Bruun de beer

Het stuk eindigt met een korte ode aan Mariëlle. 
Mariëlle Schlicher schreef bij het werk van Hardy een bijzonder verhaal. Het verhaal en de compositie staan los van elkaar, maar hoor je ze beiden dan versterken ze elkaar.
Het verhaal delen wij nu vast. Wees welkom om op 16 november tijdens ons eerste NSAO goes Dutch! concert ook het stuk te beluisteren. Dit werk zal uiteraard ook de volgende drie NSAO goes Dutch! concerten op ons programma staan.

Besijden den Vos Reinaerde

Lenig als een kat strekt de tijd zich uit, het trage verleden om zijn nek en op zijn hoede voor de angstige haas. De tijd…. hij lag net nog zachtjes ronkend in de warme schoot van moeder aarde, maar komt nu rollend in beweging, als een voorbode op wat komen gaat. Het is immers een zonbesmeurde dag, zo eentje waarvan je later zegt: ‘Goh, weet je nog, die dag…’

Terwijl de tijd verder verglijdt, horen we de gamine steeds duidelijker. Hoe komt zij opeens hier? Die scheldende, konkefoezelende meid met haar quatschverhalen? Wat wil zij van ons? Zij windt hem om haar vinger en toont hem de honing, terwijl ze heel goed weet tot welk gevolg dit leidt. Daar heb je het al! Met al zijn ijdeltuiterij zit hij nu mooi vast in de wig van het verleden. Dat is toch niet snugger van die vraatzuchtige dikkerd. We hadden hem nog wel enige autoriteit toegekend als één van de voornaamsten onder ons. Maar nu hij zich door haar in de luren heeft laten leggen, kijkt hij alleen maar met zijn grote, zachte ogen terwijl hij zachtjes prevelt: “Het overkwam me”. En laat hij zich hangen in de tijd.

De tijd trekt hem traag achter zich aan, worstelt onmachtig om zich los te maken. Het is met een weemoedige blik dat hij achterom kijkt om te zien wat hem belemmert, totdat zijn blik opeens terug schiet, aangespoord door een angstige piepstem. ‘Paniek, paniek’, hoort hij en hij ziet de lange oren van het goedgelovige zieltje angstig overeind schieten. Stijf van schrik staat ze daar, niet in staat om voor- of achteruit te gaan. Angstig wacht ze de gebeurtenissen af. Als haar dat maar niet de kop kost!

De meid lacht hen beiden uit in hun gezicht. Ongegeneerd trekt ze hen aan haar warme borst. Ze wijst naar de slimme kat die voor hen uit trippelt, parmantig met de staart in de lucht. Ha, die kat! Die denkt het met haar witte sokjes aan wel te weten. De weg die voor haar ligt is immers nog nooit betreden. Maar hoe komt die strop om haar zachte nekvelletje? Was het haar nieuwsgierigheid waardoor ze zich liet bedotten door die vermaledijde schurk?

Nee, nee, het was niet haar nieuwsgierigheid die haar leidde. Haar intuïtie vertelde haar al dat het niet pluis was. Maar aangemoedigd door die aap op haar schouder was ze er toch ingeluisd. Wat een spektakel volgde toen! Gedreven door primaire driften hadden ze haar een oog ontnomen. Vanaf nu zou ze de wereld anders bezien. Met al haar kracht en een laatste ruk had ze zich los geworsteld, haar stempel achterlatend. De strop om haar nek zal haar deze gebeurtenis nimmer doen vergeten.

De tijd verzamelt hen allen in de holte van het leven: de langzame, onbeholpen dikkerd, de onzichtbare, schuwe springerd, de schelle, eerlijke meid en de eigenwijze, slimme kat. Glimlachend kijkt de tijd in het rond, hij houdt er niet van om lang te palaveren. Zijn zorgvuldig gekozen woorden komen ongrijpbaar aangefladderd. Fier smeden ze een band. Een band, sterk genoeg om allen het podium te bieden; een band, los genoeg om te laten vieren; een band, om te vieren!